» | Een allergie wordt veroorzaakt door een reactie van het immuunsysteem, waarbij antistoffen worden aangemaakt. Een intolerantie wordt niet veroorzaakt door een reactie van het immuunsysteem, maar door een tekort aan een bepaald enzym. Desondanks reageert het lichaam op een stof die het niet kan verdragen. |
» | Een allergische reactie treedt vaak snel en heftig op en ook al na contact met een kleine hoeveelheid allergeen. Een intolerante reactie openbaart zich binnen 48 uur en pas na contact met een grote hoeveelheid allergeen. Een allergeen is het bestanddeel van de voeding dat de reactie veroorzaakt. |
» | Een allergie kan levensbedreigend zijn in geval van een anafylactische shock, die wordt veroorzaakt door een verwijding van de bloedvaten. De symptomen zijn ademhalingsmoeilijkheden, een lage bloeddruk en een vertraagde hartslag. In het ernstigste geval kan dit binnen enkele minuten tot de dood leiden, wanneer er niet adequaat wordt ingegrepen. Ernstige anafylactische reacties zijn echter zeldzaam. Een intolerantie is niet direct levensbedreigend, maar kan het op lange termijn wel zijn. |
» | Melk, eieren, soja-producten |
» | Noten van bomen (walnoten, amandelen) |
» | Pinda’s (eigenlijk het product dat gebruikt wordt bij de verwerking van pinda’s) |
» | Tarwe |
» | Vis en schaaldieren |
» | Kunstmatige toevoegingen: vaak tarwe en eiwitten, maar ook kleurstoffen, conserveermiddelen, smaakverbeteraars, natuurlijke chemicaliën als salicylaten en -amines en sulfieten. |
» | Gluten (Coeliakie): zitten in tarwe, gerst, haver, rogge en spelt. |
» | Huidklachten: eczeem, galbulten, jeuk, roodheid, uitslag. |
» | Klachten aan het hoofd: roodheid van oogslijmvliezen, tranen, vochtophoping onder de ogen, ontsteking van het oog en middenoor, blaasjes/zwelling van de lippen, tong, keel of verhemelte, jeuk in de mond, zwelling in het gezicht (een glottisoedeem in het gezicht is levensbedreigend). |
» | Luchtwegen: verstopte neus, jeuk, loopneus, niezen, vochtophoping rond strottenhoofd, heesheid, droge hoest, astmatische klachten, piepende ademhaling, benauwdheid, kortademigheid, samengetrokken tussenribspieren. |
» | Maagdarmklachten: misselijkheid, buikpijn, brandend maagzuur, overgeven, diarree of juist obstipatie. |
» | Hart- en vaatklachten/anafylaxie: bleek zien, duizeligheid, flauwte, lage bloeddruk, snelle pols of soms trage pols, zweten, bewusteloosheid (shock). |
» | Overige klachten: vermoeidheid, concentratieproblemen, groeiachterstand, stemmingsveranderingen, gedragsveranderingen. |
» | Moeheid, hoofdpijn en migraine, vatbaar voor verkoudheid. |
» | Spierpijn, gewrichtspijn. |
» | Somberheid, depressiviteit/angsten. |
» | Overgewicht. |
» | Huidaandoeningen. |
» | Oedeem (vochtophoping). |
» | Aften (zweertjes in de mond). |
» | Darmproblemen, zoals zweren in de twaalfvingerige darm, ziekte van Crohn, Prikkelbaar darm syndroom, opgeblazen buik/winderigheid, obstipatie, maagzweer. |
» | Hyperactiviteit en ADHD bij kinderen. |
» | Reumatoïde artritis (chronische ontstekingsziekte van de gewrichten). |
» | RAST test. Er wordt bloed afgenomen, dat vervolgens wordt blootgesteld aan een groot aantal stoffen (allergenen) die allergische reacties kunnen oproepen. Als iemand allergisch is voor één of meer van deze stoffen, dan worden in het bloed afweerstoffen daartegen gevormd. |
» | Huidpriktest. Bij de huidpriktest worden druppels van extracten van mogelijke allergenen op de huid gedruppeld. Daar wordt vervolgens doorheen geprikt. Na 15–20 minuten wordt de huid beoordeeld op een reactie (bijvoorbeeld roodheid, jeuk, het ontstaan van een bult). |
» | Prikpriktest. De prikpriktest lijkt op de huidpriktest. Bij de huidtest wordt eerst in het verse product en dan met dezelfde prikker in de huid geprikt. Deze test wordt uitgevoerd als er een vermoeden is dat een vers voedingsmiddel de overgevoeligheidsreactie veroorzaakt. |
» | Eliminatie-provocatietest. Een eliminatie-provocatieonderzoek kan doorslaggevend zijn bij het aantonen of ontkennen van voedselallergie. Het verdachte voedingsmiddel wordt hierbij 4–6 weken vermeden. Als de klachten verdwijnen, wordt het ‘verdachte’ voedingsmiddel opnieuw gegeven. Als dezelfde klachten weer terugkomen, dan is een overgevoeligheid voor het geteste voedingsmiddel aangetoond. Als er ernstige overgevoeligheidsreacties worden verwacht, dan moet een provocatietest onder medische begeleiding plaatsvinden. |
» | Dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek. Dit is tot nu toe de betrouwbaarste test. Een patiënt krijgt meerdere testvoedingen, waarbij zowel de arts als de patiënt niet weet welke van de testvoedingen het voedselallergeen bevat. Tijdens de testperiode worden oplopende hoeveelheden getest. Deze test vindt nog zeer beperkt plaats op een speciale afdeling van een ziekenhuis. Pas achteraf is bekend wanneer het verdachte voedingsmiddel is getest of de ‘nepvoeding’ (placebo). |
» | Antihistaminica: deze medicijnen verminderen de klachten als gevolg van de vrijgekomen histamine. Het middel kan preventief worden gebruikt of bij acute allergische klachten om de allergische reactie af te remmen. Antihistaminica mogen doorgaans pas vanaf één jaar worden voorgeschreven. |
» | Natriumcromoglicaat: dit geneesmiddel kan als voorzorgsmaatregel worden gebruikt om reacties op verborgen allergenen te blokkeren, zoals bijvoorbeeld bij een etentje buitenshuis. Het effect van dit medicijn is beperkt: het werkt mogelijk alleen bij kleine, (verborgen) hoeveelheden van het allergeen in de voeding. Het wordt daarom weinig voorgeschreven en alleen bij milde allergieën. |
» | Soms wordt medicatie meegegeven die alleen wordt gebruikt bij een allergische reactie. Om een matige, niet levensbedreigende reactie te onderdrukken kunnen deze medicijnen in de vorm van tabletten of een drankje worden voorgeschreven. |
» | Bij het risico van een snelle, levensbedreigende reactie (anafylactische shock) wordt een adrenalinepen voorgeschreven. Dit is een met adrenaline gevulde injectiepen, die speciaal is ontwikkeld om door niet-medisch geschoolden te gebruiken bij anafylaxie. |